Ik geloofde dat als ik het maar goed genoeg deed, ik niets te klagen had.
Als je alles op een rij hebt — een huis, een auto, een carrière — dan is er toch niks om je druk over te maken?
Dus ik deed wat anderen mij vertelden dat goed voor mij zou zijn.
Ik paste me aan. Tot in de puntjes.
Ik werd een kameleon — goed in het lezen van situaties, van mensen, van wat ze wilden horen.
Het werd een tweede natuur om mezelf af te stemmen op de ander.
Zolang ik maar niet op zou vallen.
Zolang niemand de binnenkant zou zien.
Ik droeg een masker. En dat masker zat als gegoten.
Wat niemand zag, was dat ik mezelf steeds verder verloor.
Dat ik niet leerde wie ik was. Wat ik voelde. Wat ik wilde.
Ik raakte verwijderd van mezelf in een leven dat er ogenschijnlijk prima uitzag.
Achteraf gezien was dat het begin van de breuk.
De eerste scheurtjes in een zorgvuldig geconstrueerde façade.
De man die je ontmoet, is niet meer degene die zich aanpast.
Ik ben gestopt met mensen geven wat ze willen horen.
Geen kameleon meer. Geen toneel.
Daar heb ik de energie niet meer voor — en de behoefte allang niet meer.
Wat je ziet, is wat je krijgt.
Ik stel scherpe vragen. Ik prik door verhalen heen.
Mooi weer spelen? Daar geloof ik niet in.
Authentiek zijn is al moeilijk genoeg.
Als wij in gesprek gaan, voel je dat meteen.
Er is weinig ruimte om je te verstoppen —
maar alle ruimte om eerlijk te zijn.
Eerlijk naar mij. Maar vooral: naar jezelf.
Ik werk als behandelaar, coach, therapeut — geef het een naam.
In de meest menselijke vorm van dat woord.
Niet als expert op afstand, maar als mens naast je.
Verbinding is voor mij geen methode. Het is een voorwaarde.
Je hoeft geen etiket. Geen diagnose. Geen perfect verhaal.
Je hoeft alleen toe te geven dat het zo niet langer werkt.
En dat je bereid bent om het echt aan te kijken.
De waarheid zoeken doet pijn
Ik heb moeten leren wat het betekent om echt mezelf te zijn.
Niet als concept. Niet als praatje in een boek.
Maar in de praktijk. In het ongemak. In de schaamte.
Lagen afpellen. Oude overtuigingen loslaten. Keer op keer.
Tot ik niet meer bezig was met hoe het hoorde — maar met wat klopte.
Voor mij.
Dat was geen rechte lijn.
Er was verlies. Er was woede. Er was onmacht.
Maar uiteindelijk ook: ruimte, stilte, richting.
De echte ontmoeting begint als het masker af mag
Je komt niet bij mij voor een goed gesprek.
Je komt omdat je het zat bent om jezelf te verliezen in verhalen.
Omdat je voelt dat je al te lang speelt wie je denkt te moeten zijn.
Ik geef je geen stappenplan. Geen oordeel. Geen masker dat beter past.
Wat je wel krijgt, is volledige aandacht.
Niet op losse woorden, maar op jou.
Niet op je verhaal alleen, maar op wie het vertelt.
Hier hoef je niets te verantwoorden.
Niet te presteren. Niet te overtuigen.
Wat je hier wél mag doen, is het aan durven gaan.
De uitdaging die jij bent voor jezelf.
Ik loop naast je.
Niet als expert met een oplossing,
maar als mens die echt luistert.
Zodat jij weer kunt horen wat je zelf al die tijd hebt genegeerd.
Je hoeft het niet alleen te doen
Er is niets mis met je.
Ook al voelt het soms alsof je stuk bent.
Je hebt je alleen aangepast op een manier die ooit nodig was —
maar die je nu in de weg zit.
Je hoeft nog niet te weten waar het precies knelt.
Je hoeft alleen te willen dat het anders moet.
Dat je bereid bent te kijken, te begrijpen en te groeien.
Op jouw manier. Op jouw tempo.
Ik ben er om richting te geven.
Om je proces helder te maken.
En het vuur aan te houden wanneer jij begint uit te doven.
Ik ben er. Voor als het lastig wordt. Voor als het belangrijk wordt.